Na een operatie voor niercelkanker wordt aan de patiënt uitleg gegeven over het weefselonderzoek. Er wordt doorgaans voorgesteld om een periodieke controle uit te voeren die gericht is op het zoeken naar uitzaaiingen die achteraf zichtbaar worden en op het controleren van het overgebleven nierweefsel. Meestel kan dit door bloedonderzoek, gericht op het functioneren van de nieren, een röntgenfoto van de borstkas, gericht op het vinden van uitzaaiingen in de longen en een echo- of CT onderzoek van de buikholte gericht op uitzaaiingen in de buurt van de operatieplaats of het overgebleven nierweefsel. Deze controles vinden doorgaans gedurende 5 jaar plaats.