- Details
-
Laatst bijgewerkt: dinsdag 31 maart 2015 13:00
Op 26 maart 2009 werden de resultaten van de Europese studie (de ERSPC-studie) naar het nut van screening op prostaatkanker gepubliceerd. In de studie werd een groep gezonde mannen actief onderzocht op de aanwezigheid van prostaatkanker, terwijl in een andere groep alleen onderzoek werd gedaan als er klachten waren. Als er prostaatkanker werd gevonden in een van beide groepen werden behandelmogelijkheden gekozen volgens de algemeen geldende richtlijnen, afhankelijk van het stadium en de voorkeur van de patiënt. De studie die gecoördineerd wordt door onderzoekers uit het Erasmus MC Rotterdam toont aan, dat screening op prostaatkanker, in een groep van 162000 mannen tussen 55 en 70 jaar, de sterfte met 20% verminderd. Een recente update van de studie toont zelfs een sterftereductie van 31%.
Tegelijkertijd werd in een minder groot Amerikaanse onderzoek geen verschil in sterfte gevonden door screening. Bij het screenen naar prostaatkanker wordt gebruik gemaakt van PSA. Deze uit de prostaat afkomstige stof kan in het bloed worden gemeten. In Amerika laten al veel meer mannen hun PSA bepalen dan in Europa. In de Amerikaanse studie was ook in de controlegroep vaak de PSA waarde bepaald. Daarom is een betrouwbare uitspraak over het nut van screening op prostaatkanker op basis van deze Amerikaanse studie niet mogelijk voor de Europese situatie.
De ERSPC studie laat ook zien dat screening nadelen kan hebben. Bij veel mannen zal een prostaatkanker worden vastgesteld, die geen klachten geeft in het verdere leven. In de huidige studie werd dit aantal geschat op 30%. Daarom moet het nut van screenen verder worden onderzocht. Immers als er een vorm van kanker wordt gevonden die niet tot problemen zal lijden, is behandeling niet noodzakelijk, maar heeft de diagnose kanker wel impact op de kwaliteit van leven. Een manier om het aantal nutteloze behandelingen te verminderen is het actief controleren (active surveillance) van mannen met langzaam groeiende prostaatkankers en niet meteen te opereren of te bestralen. De Rotterdamdse onderzoeksgroep is intussen een studie begonnen waarin dit active surveillance beleid centraal staat (patienteninformatie)
De Nederlandse Vereniging voor Urologie adviseert alle mannen die overwegen zich te laten screenen op het bestaan van prostaatkanker zich optimaal te laten informeren over het risico van de aanwezigheid van een prostaatkanker, en de gevolgen van screening. De website prostaatwijzer.nl geeft hierover aanvullende informatie.
Ook uw huisarts kan u helpen bij het maken van een keuze. Het Nederlands Huisartsengenootschap heeft aanvullende informatie in hun patientenbrief.
- Details
-
Laatst bijgewerkt: dinsdag 31 maart 2015 13:00
De PSA test is een laboratoriumbepaling in het bloed waarbij de hoogte van het eiwit PSA wordt vastgesteld. Het eiwit PSA, dat in zeer geringe mate in het bloed is terug te vinden, komt uit de prostaatklier: het is een eiwit dat elke prostaatcel maakt en in geringe mate “lekt” in de bloedbaan. Het is een afkorting van Prostaat Specifiek Antigeen, een naam die ten onrechte doet vermoeden dat het een eiwit is dat met het afweersysteem te maken heeft (antigen). Het is een onderdeel van het zaadvocht, maar de exacte functie van het eiwit is onvoldoende bekend.
Bij aandoeningen van de prostaat waardoor cellen meer van dit eiwit zullen lekken ontstaat een verhoging van de meetbare hoeveelheid in het bloed. Aandoeningen die hieraan ten grondslag kunnen liggen zijn ontstekingsreacties (infectie), trauma (beschadiging van het weefsel) of prostaatkanker. Ook zal een grote prostaat meer PSA afscheiden dan een kleine. Maar regelmatig wordt een verhoging van het PSA gemeten zonder aanwijsbare oorzaak.
Omdat bij diverse oorzaken voor een verhoging van PSA duidelijke symptomen zijn, wordt PSA niet gebruikt om infecties of een trauma vast te stellen. In de praktijk wordt het, bij mannen waarbij nog geen prostaatkanker is vastgesteld, alleen gebruikt om na te gaan of er sprake zou kunnen zijn van prostaatkanker.
PSA en prostaatkanker
Zoals hierboven beschreven kan de PSA waarde verhoogd zijn a.g.v. prostaatkanker. Maar ook andere oorzaken zijn genoemd, evenals de constatering dat er vaak geen reden wordt vastgesteld voor een verhoogd PSA. Maar andersom kan ook bij een normaal PSA gehalte soms toch prostaatkanker worden vastgesteld.
Toch speelt de PSA waarde een rol in de opsporing van prostaatkanker: het helpt ons mee in het besluit of aanvullend onderzoek naar prostaatkanker nodig is of niet.
Bij mannen waarbij reeds prostaatkanker is geconstateerd kan het PSA dienen als controle op het effect van een eventuele behandeling.
Redenen voor verder onderzoek van de prostaat n.a.v. de PSA test.
Bij een verhoging van de PSA waarde ten opzichte van de, aan de leeftijd aangepaste, normale bovengrens, kan besloten worden om weefselonderzoek (biopten) van de prostaat te doen.
Soms zijn uit eerdere bepalingen reeds waarden van het PSA vastgesteld. Dan kan een duidelijke stijging van het PSA alleen soms ook een aanleiding voor verder onderzoek zijn. Soms kan een eerdere bepaling ook laten zien dat de PSA waarde juist heel stabiel is: dat kan dan juist een reden zijn te wachten met verder onderzoek. Het is goed om te realiseren dat ook bij een normale waarde van het PSA er een enkele keer toch prostaatkanker kan bestaan.
Figuur 1. Normaalwaarden PSA per leeftijdscategorie (mannen)
|
µg/l |
40 - 50 jaar |
|
µg/l |
50 - 60 jaar |
|
µg/l |
60 - 70 jaar |
|
µg/l |
> 70 jaar |
(bron: Diagnostisch Centrum Jeroen Bosch Ziekenhuis)
De interpretatie van alleen het PSA om te besluiten tot verder onderzoek is dus niet gemakkelijk. Daarom zal meestal zal ook inwendig onderzoek worden verricht, waarbij via de anus de prostaat afgetast wordt plaatsvinden om eventueel te voelen afwijkingen te constateren. Los van of in combinatie met de hoogte van het PSA kan dit dan leiden tot het advies om weefselonderzoek te laten verrichten.
Weefselonderzoek van de prostaat (prostaatbiopten)
Het aanvullend onderzoek waarmee gekeken wordt of zich prostaatkanker heeft ontwikkeld of niet bestaat uit weefselonderzoek van de prostaat. Om prostaatweefsel te verkrijgen voor onderzoek wordt onder echografische controle een ruim aantal biopten (weefselstukjes) uit de prostaat verwijderd. De prostaat wordt door de anus heen bereikt: de weefselstukjes worden met een naaldje door de wand van de endeldarm heen uit de prostaat, die daar pal voor ligt, weg geprikt. Het weefsel wordt onderzocht door de patholoog-anatoom. De uitslag is doorgaans na 7 dagen bekend en wordt dan op het spreekuur met de patiënt besproken.
Samenvatting
- PSA is een alleen hulpmiddel voor de besluitvorming weefselonderzoek te doen naar prostaatkanker.
- Een verhoogd PSA kan wijzen op prostaatkanker maar bewijst dat niet. En ook bij een normaal PSA komt prostaatkanker voor.
- Andere oorzaken voor een verhoging van het PSA kunnen zijn: goedaardige prostaatvergroting, trauma, infectie.
- Regelmatig wordt geen oorzaak voor een verhoging vastgesteld.
- Bij patiënten waarbij reeds prostaatkanker is vastgesteld kan het PSA dienen als een van de middelen om het effect van een eventuele behandeling te controleren.
29–05-2008