Testosteron is het belangrijkste mannelijke geslachtshormoon. Het woord testosteron is een samenstelling van testis (Latijn voor zaadbal) en steroïde. Hormonen zijn stoffen die door klieren en organen, zoals de zaadballen, alvleesklier en schildklier, worden gemaakt en dan via de bloedbaan aan doelcellen of -organen worden afgegeven. Daar regelen ze bepaalde processen, zoals de groei, voortplanting en de suikerspiegel in het bloed. Het woord hormoon komt van het Griekse hormao dat 'in beweging zetten' betekent. Geslachtshormonen zijn hormonen die in de geslachtsklieren (zaadballen en eierstokken) worden gemaakt.
Aan de onderkant van de hersenen bevinden zich 2 klieren, de hypothalamus en hypofyse. In de hypothalamus wordt het hormoon LHRH (luteinizing-hormone-releasing hormone) gemaakt dat de hypofyse aanzet tot het maken van het hormoon LH (luteinizing hormone). LH wordt in het bloed afgegeven en zet de Leydigcellen in de zaadballen aan tot de productie van testosteron. In de Leydigcellen wordt per dag 6-7 mg testosteron geproduceerd uit cholesterol dat via tussenstappen omgezet wordt in testosteron. Van de totale testosteron productie wordt 95 % in de zaadballen gemaakt. De rest wordt in de bijnieren gemaakt. Het testosteron wordt afgegeven aan het bloed en door de bloedbaan naar verschillende organen en weefsels getransporteerd. De hypofyse reageert op de concentratie van het testosteron. Als deze concentratie stijgt wordt er minder LH geproduceerd waardoor de testosteronconcentratie constant blijft.
In het bloed is het testosteron gebonden aan eiwitten zoals albumine (38%) en SHBG (Steroid binding globuline 60%). De overblijvende 2% vrij beschikbaar testosteron zorgt voor de effecten op organen en weefsels. Een totale testosteronwaarde onder de 8nmol/L en een vrije waarde onder 225 pmol/l worden beschouwd als een tekort. Bij vrouwen zijn de testosteronconcentraties veel lager dan bij mannen. Bij hen wordt ongeveer 30% in de eierstokken (ovaria) en de rest in de bijnieren geproduceerd. De waarde van het testosteron wordt beïnvloed door ziekten, medicijnen, alcohol gebruik en hoe vaak iemand seks heeft.
Ernst Laqueur arts en farmacoloog was in 1935 de eerste die testosteron isoleerde uit stierentestikels. De zuivere stof is een witte kristallijne vaste stof, die onoplosbaar is in water.
Testosteron is belangrijk voor het in stand houden van de mannelijke lichaamsbouw (spiermassa en vetverdeling), de botkwaliteit, zin in seks (libido), goede erecties, de zaadlozing, de productie van zaadcellen en een positieve stemming.
Bij de ontwikkeling van het embryo zorgt het voor de ontwikkeling van de mannelijke geslachtsorganen. Tijdens de puberteit zorgt testosteron voor de ontwikkeling van de mannelijke secundaire geslachtskenmerken (zoals stemhoogte, groei van penis, balzak, lichaamsbeharing en skeletspieren). Door toename van testosteronspiegel kunnen jeugdpuistjes (acne) ontstaan.
Bij vrouwen is testosteron belangrijk voor de lichaamsbeharing en zin in seks.