Een te snelle zaadlozing, ook wel ejaculatio praecox genoemd, komt voor bij 20-30% van de mannen in Nederland. Sommige mannen hebben af en toe een te snelle zaadlozing. Dat is niet abnormaal en dus ook geen reden om u zorgen te maken. Ook zijn er mannen die vinden dat ze een te snelle zaadlozing hebben, terwijl de duur van penetratie tot de zaadlozing in werkelijkheid niet te kort is.
De duur van penetratie in de vagina tot aan de zaadlozing heet intravaginale ejaculatielatentietijd (IELT) en is een maat om te snelle zaadlozing te meten. Een IELT van minder dan een minuut wordt beschouwd als een te snelle zaadlozing. De meeste mannen hebben een IELT van 3 tot 6 minuten. De IELT is voor ieder mens anders en er zijn ook verschillen per land. Als de te snelle zaadlozing al het hele leven bestaat wordt dit primaire ejaculatio praecox genoemd. Waarschijnlijk is de oorzaak een afwijking in de functie van serotonine. Serotonine is een neurotransmitter, dit zijn stoffen die worden gebruikt voor de signaaloverdracht tussen zenuwcellen ('neuronen') in het zenuwstelsel. Er zijn aanwijzingen dat bij 20-30% van deze mannen de klachten na het 30e jaar verergeren.
Het dagelijks gebruik van middelen, die de serotoninespiegel in de hersenen beïnvloeden, vertragen de zaadlozing. Deze middelen worden ook gebruikt voor de behandeling van depressie. Ongeveer na 1 tot 2 weken na het starten van de therapie is er 80% kans op een redelijke tot zeer goede vertraging van de zaadlozing. De beste optie is om de medicatie dagelijks in te nemen. Een andere mogelijkheid is on-demand gebruikt, dan moet er 4-6 uur voor de coïtus een tablet worden ingenomen. Bijwerkingen van de behandeling kunnen moeheid, misselijkheid, diarree en transpireren zijn. Meestal verdwijnen de bijwerkingen na 2 tot 3 weken. Op langere termijn kunnen gewichtstoename, erectiestoornissen en minder zin in sex optreden.
Er zijn ook mannen die pas op latere leeftijd een te snelle zaadlozing krijgen. Dit kan worden veroorzaakt door psychologische of relationele problemen, maar ook door een te snelle schildklierwerking of een erectiestoornis. De onderliggende oorzaak moeten worden behandeld. Soms in combinatie met de middelen die de serotoninespiegel beïnvloeden. Bij een psychologische oorzaak verdient psychotherapie de voorkeur.