De blaas is een bolvormige holle spier gelegen in de onderbuik. Bij gezonde volwassenen is een volle blaas ter grootte van een grapefruit. De functie van de blaas is opslag van de door de nieren gemaakte urine. Vanuit iedere nier gaat een smalle urineleider genaamd ureter naar de blaas. De ureteren transporteren de urine naar de blaas door in een golfbeweging samen te trekken (peristaltiek). De ureteren monden beiderzijds schuin onder in de blaas uit. Centraal in de bodem van de blaas zit een opening die het begin van de plasbuis of urethra is. Dit is te vergelijken met de afvoer van een wastafel. Een cirkelvormige spier, de sfincter, omgeeft de plasbuis en zorgt ervoor dat er geen urinelekkage is. Als de blaas vol is gaat er een signaal naar de hersenen en de drang tot plassen wordt gewaar. Als de hersenen daarvoor toestemming geven ontspant de sfincter zich en trekt de blaas samen zodat de blaas zich leegt. De binnenbekleding van de blaas bestaat uit waterdicht slijmvlies of mucosa.
Bij een blaasontsteking (cystitis) is de mucosa van de blaas ontstoken. Soms zijn ook de urinebuis of de urineleiders ontstoken. Wanneer een blaasontsteking niet op tijd wordt behandeld, kan er een ontsteking van de nieren ontstaan (nierbekkenontsteking of pyelonefritis). Een blaasontsteking ontstaat bijna altijd door bacteriën die uit de darm via de huid en de plasbuis in de blaas terecht komen. Vrouwen hebben vaker blaasontsteking dan mannen omdat bij vrouwen de vagina en anus erg dicht bij elkaar, waardoor bacteriën uit de darm makkelijker in de blaas komen. Ook hebben vrouwen een kortere urinebuis dan mannen waardoor er eerder een blaasontsteking optreed. Ongeveer 85% van de blaasontstekingen wordt veroorzaakt door de een Escherichia Coli of E-coli bacterie.
Hoe vaak komt het voor?
Het aantal mensen dat een blaasontsteking (cystitis) in het jaar 2003 kreeg wordt geschat op 80.000 voor mannen en 642.000 voor vrouwen (10,0 per 1.000 mannen en 78,4 per 1.000 vrouwen). Het aantal mensen dat een nierbekkenontsteking (pyelonefritis) kreeg in het jaar 2003 bedroeg 4.500 voor mannen en 18.200 voor vrouwen (0,57 per 1.000 mannen en 2,22 per 1.000 vrouwen).
(Bron: Nationaal Kompas Volksgezondheid, versie 3.15, 25 september 2008 © RIVM, Bilthoven)