Bij het  behandelen met  testosteron wordt de normale testosteronwaarde herstelt. Hierdoor verminderen de klachten die door de te lage testosteronspiegel werden veroorzaakt. Klachten die een andere oorzaak hadden verbeteren vanzelfsprekend niet. Testosteron is dan ook geen wondermiddel. Pas op! Bij mannen die verminderd vruchtbaar zijn mede door een verlaagd testosteron kan het geven van testosteron iemand definitief onvruchtbaar maken.

Testosteron toedienen kan door het smeren van een gel op schouders en buik in de ochtend. Een gel geeft een stabiele testosteron spiegel in het lichaam. De gel is sneldrogend maar Pas op! andere personen mogen niet in contact komen met de gel. Er zijn 3 gelpreparaten beschikbaar: Androgel^®, Tostran^® en Testim^®.

Een andere mogelijkheid om het testosteron te verhogen is een injectie in de bilspier die om de 3 weken (Sustanon^®) of om de 3 maanden (Nebido^®) wordt gegeven. Het nadeel van de injectie om de 3 weken is dat de testosteronspiegel vlak na de injectie wat te hoog en vlak voor de injectie wat te laag is. Omdat er bijwerkingen kunnen optreden tijdens behandeling hebben gels of een kortwerkende injectie de voorkeur.

Er zijn ook testosterontabletten (Andriol^®)  beschikbaar die meermalen per dag moeten worden ingenomen. Het is nauwelijks mogelijk om met capsules een normale testosteronspiegel te bereiken omdat vrij snel na de inname de testosteronspiegel al weer daalt.

Testosteronbehandeling mag niet worden gegeven aan mannen met prostaat-, borst-, of leverkanker. De kans op prostaatkanker wordt niet verhoogd door testosteronbehandeling. Ook bij patiënten met hartfalen wordt testosteronbehandeling afgeraden. Testim^® gel en Sustanon^® injecties mogen niet worden gegeven bij mensen met een pinda– of soja–allergie.

Een belangrijke bijwerking van testosteronbehandeling kan een toename van het aantal rode bloedcellen zijn, waardoor het bloed te stroperig wordt. Dit geeft een verhoogde kans op trombose waarbij een bloedstolsel een bloedvat afsluit waardoor er schade optreed. Verlaging van de testosterondosering geeft soms verbetering. Als het probleem terugkomt moet er worden uitgezocht door een internist of er geen andere oorzaken zijn voor de toename van het aantal rode bloedcellen. Als dat niet het geval is kan het slikken van aspirine bescherming bieden tegen trombose. Ook aderlaten waarbij bloed wordt afgenomen kan een oplossing bieden. 

Andere mogelijke bijwerkingen van testosteron behandeling zijn: toename van zin in seks, langdurige erecties, remming van de aanmaak van zaadcellen, verkleining van de zaadballen, verminderding van het volume van de zaadlozing, plasklachten door vergroting van de prostaat, verhoogde bloeddruk, duizeligheid, hoofdpijn, nervositeit, borstvorming, borst– of testikelpijn, slaapapneu, acne, huiduitslag, spierkramp, gewrichtspijn, overmatig zweten, verandering van de vetten in het bloed, verhoogde eetlust en het vasthouden van vocht (oedeem). De meeste van deze bijwerkingen komen zeer zeldzaam voor.