Een tekort aan testosteron kan worden veroorzaakt door minder aanmaak van LH in de hypofyse of minder aanmaak in de zaadballen. Een tekort aan geslachtshormonen noemen we hypogonadisme.

Een beschadiging van de hypofyse door een tumor of een ongeluk kan tot een laag LH en dus een laag testosteron leiden. Een meer zeldzame oorzaak van een laag testosteron is het syndroom van Kallman. Dit komt voor bij 1 op de 10.000 mannen in Nederland. Bj deze mannen werkt de hypothalamus niet goed. Hierdoor is blijft het LH laag en testosteron verlaagd. Ook kunnen deze mannen niet ruiken.

Een beschadiging van de zaadballen door een tumor of een ongeluk kan de testosteronproductie verminderen. Ook veroudering kan een invloed op de testosteronproductie hebben. Bij mannen daalt vanaf het 35^e jaar het testosteron met 1.5%. Op de leeftijd van 50 jaar heeft 20% van de mannen een te lage testosteron spiegel. Dit is op 80 jarige leeftijd gestegen tot 50%. We noemen dit LOH (late onset hypogonadism). Bij een mannen met een metabool syndroom (overgewicht, hoge bloeddruk, suikerziekte en een te hoog cholesterol), kanker, suikerziekte of een depressie komt LOH vaker voor.

Een andere oorzaak van een verminderde testosteronproductie is het syndroom van Klinefelter. Een mens heeft twee geslachtschromosomen. Vrouwen hebben XX; mannen XY. Mannen met het syndroom van Klinefelter hebben XXY. Het gevolg is dat de zaadballen minder goed ontwikkelt zijn waardoor er minder testosteron gemaakt wordt. Ook de productie van zaadcellen is bijna altijd afwezig. Door een laag testosteron kunnen de secundaire geslachtskenmerken onvoldoende ontwikkeld zijn. 1 op de 700 mannen in Nederland heeft deze aangeboren aandoening.